Historisch verhaal
Springerplantsoen
Springerplantsoen
Begin 20e eeuw werd het noodzakelijk om de algemene begraafplaats uit te breiden. De gemeente nam Leonard Antony Springer hiervoor in de arm. Hij had in de loop van de 19e eeuw, als vooraanstaand tuinarchitect, al naam gemaakt en meerdere begraafplaatsen ontworpen, zoals de Nieuwe Ooster in Amsterdam, Bosdrift in Hilversum en de Algemene begraafplaatsen van Bloemendaal en Woerden.
Springer had uitgesproken ideeën over begraafplaatsen; de ontwerpen moesten aansluiten op de fraaie tuinen en parken die vanaf de 19e eeuw in landschapsstijl werden aangelegd.
Slingerende paden
Zijn voorkeur ging uit naar slingerende paden, soms met accenten en verrassende doorkijkjes; in zijn visie was bijzondere beplanting in het concept ook heel belangrijk.Hij zei daarover:
“Een begraafplaats moet niet somber en droefgeestig zijn, opdat men huivere er heen te gaan. Men trachte de natuur in haar lieflijkste eenvoudige vormen weer te geven. Want het is de plaats waar men het lichaam teruggeeft aan de aarde, waaraan het ontleend werd.”
Kleurrijk geheel
De aanleg van het plantsoen begon in 1922 en was na twee jaar gereed. In de afgelopen honderd jaar is er een zeer afwisselende deel ontstaan, hier in het Springerplantsoen. Er is veel groen geplant. Er staan op kruising van paden indrukwekkende graftekens. Die zijn in allerlei materiaalsoorten uitgevoerd.
Daardoor is er een kleurrijk geheel ontstaan, dat in uiterlijk erg verschilt van het historische deel, het zogenaamde G.R.A.F. deel.
Oudste grafteken
Het oudste grafteken in het Springerplantsoen dateert overigens van 1929. Dat ligt in de nabijheid van het grote bakstenen grafmonument van A.G.A. Verstegen. Hij was de oprichter van de Bond voor Marine Matrozen, van de plaatselijke SDAP en ook raadslid en wethouder en burgemeester Koog aan de Zaan. Het ontwerp voor dit door architect Kramer ontworpen grafmonument, is betaald door de SDAP.
Bombardementslachtoffers
Opvallend is ook nog het centrale grafveld met 37 bescheiden herdenkingssteentjes. Die zijn geplaatst voor de Helderse slachtoffers van bombardementen in de Tweede Wereldoorlog.
Dit verhaal is geschreven en verteld door Anita van Breugel.