Historisch verhaal
Diewer Pieters
Diewer Pieters (overl. 1672): schenkster van kerkorgel aan Huisduinen
orgel/
1672/
Is Hier/ Begraven/
Diewer Pieters/
Is Gestorven/Den 21/April
(R-f-23)
Liggen er geen vrouwen begraven op hel oude kerkhof van Huisduinen? Natuurlijk wel. Het is zelfs zo dat op bijna de helft van de bewaard gebleven grafzerken uit de 17de en de 18de eeuw de naam van een vrouw gebeiteld staat. De moeilijkheid is alleen dat in verreweg de meeste gevallen van de vrouw niet meer bekend is dan dat ze de huisvrouw was van een uit de geschiedenis van Huisduinen/Den Helder bekende man.
Zo is er een grafsteen van Grietje Hooglant, ‘In leven Huysvrouw van Cornelis Kleyn geboren den 4 december 1700 en gestorven den januari 1777’. Cornelis Kleyn (1701-’ 62) secretaris ‘van den landen van Huysduynen’ was de jongste van de drie zonen van de commandeur ter walvisvaart Cornelis Aarjensz. Kleyn( 1657-1731) die alIe drie een belangrijke rol speelden in de dorpsgemeenschappen van Huisduinen en Den Helder in het midden van de 18de eeuw.
De grafsteen van Diewer Pieters(1672), schenkster van het kerkorgel voor de kerk van Huisduinen
Ook de vrouwen van verschil lende commandeurs ter walvisvaart liggen hier begraven. Een van hen is Trijntie Hendriks Broertjes, vrouw van Abraham Louresz. Walig, gestorven den 9 october( 1773), out 27 Jare en 12 Dage. Haarman, Abraham Walig (1745-1827) was ooit de jongste commandeur ter walvisvaart uit zijn geslacht, toen hij in 1763 op 18-jarige leeftijd als gezagvoerder van de walvisvaarder ‘t Bonte Paart naar de arctische wateren voer.
Er is wel eens gezegd dat de naam op een grafzerk met het jaar van geboorte en sterfte te samen de kortste biografie van een mens vormen, die zich laat denken. Dat is natuurlijk waar, maar als je niet méér weet, is dat uitermate onbevredigend.
Turftonster
Van de man kunnen we dikwijls meer aan de weet komen door het beroep dat hij uitoefende, zeker als dat een openbare functie was. Voor een vrouw echter was het bekleden van publieke ambten als dijkgraaf, baljuw, schout, notaris, enz. uitgesloten. Vroedvrouw of turftonster, dat mocht. Maar dat waren geen beroepen waar je zoveel mee verdiende datje ooit een grafzerk kon betalen. Sterker nog: turftonsters waren vrouwen die turfschepen mochten lossen. Móchten, want het was een door het dorpsbestuur verleende gunst als een weduwvrouw een aanstelling als turftonster ontving. Wanneer een turftonster door huwelijk of erfenis de inkomsten naar het oordeel van de schepenen niet meer zo hard nodig had, moest ze haar plaats aan een ander afstaan. Hetgeen zo nu en dan het nodige gekrakeel opleverde.
Heimeiden
Een ander beroep dat in Huisduinen/Den Helder nog wel eens door vrouwen werd uitgeoefend was dat van heimeid. Wanneer in de zomermaanden soms de helft van de mannen ter wal visvaart voer, was er een gebrek aan arbeidskrachten bij de dijk, met name bij het herstel van de houten paalhoofden. Zo schreef Pieter Muller, de opziener van de Helderse dijkwerken op 18 maart 1733 aan Gecommitteerde Raden dat hij in de zomer van 1732:f 6.894,15 aan ‘hay mayden’ betaald had.
Bij een dagloon van f 1.- dus ca. f 120,- per zomer, betekent dit dat er gemiddeld zo’n 50a60 ‘heimeiden’ aan het werk geweest waren. 1) Maar op geen enkele grafsteen is ook maar iets te bespeuren van de uitoefening van dit beroep. Zelfs van vrouwen die een herberg dreven en dus wel over enig geld beschikt zullen hebben, is géén grafzerk bewaard gebleven of Diewer Pieters zou herbergierster geweest moeten zijn. Maar een herbergierster die haar geld nalaat ten behoeve van een kerkorgel? Dat lijkt niet erg waarschijnlijk, hoewel, je weet het natuurlijk nooit…
Tuiftonsters bezig met het lossen van een turfscliuit aan het havenhoofd (H.Schoor/, naar een tekening aanwezig in het oudarchiefHnisduinen/Den Helder
Diewer Pieters
Op het oude kerkhofvan Huisduinen staat één grafzerk waarop een orgel isafgebeeld met het jaartal 1672 en de naam: Diewer Pieters. Volgens J. van Dam den Boumeester, ‘instituteur’ (directeur) van een ‘Instituut voor Jongeheeren’ heeft deze vrouw geld geschonken voor de aanschaf van een orgel in de kerk van Huisduinen. Dat staat in zijn in 1847 bij C. Bakker Bz. te Nieuwe Diep uitgegeven ‘Beschrijving van Den Helder met het Nieuwe Diep en Huisduinen’. Dit orgel zou volgens deze auteur in 1673 gemaakt zijn ‘door P.Bakker, organist en orgelmaker te Medemblik’. Van Dam den Boumeester vermeldt helaas zijn bron niet, maar Pieter Backer was inderdaad schoolmeester, organisten orgelmaker. Het nu nog in de Bonifatiuskerk aldaar aanwezige orgel is eveneens door hem gemaakt (1671). Hij was bovendien schrijver van een aantal godsdienstige werken. 2)
Omdat op de grafsteen van Diewer Pieters 1672 staat is het waarschijnlijk dat zij het geld voor een aan te schaffen orgel heeft nagelaten bij haar overlijden. Misschien was Diewer ongehuwd, want bij gehuwde vrouwen staat in vrijwel alle gevallen op de grafzerk ‘huisvrouw van..’, maar zeker is het niet. Het huwelijksboek van Huisduinen bevat twee Dieuwer Pieters: één die op 26 januari 1626 trouwde met Jan Jansz. van Den Helderen één afkomstig van Wieringen, die op 4 december 1636 trouwde met Maerten Maertensz. van Huisduinen. Noch van de beide mannen, noch van beide vrouwen weten we echter iets af.
Orgel
Hoewel schenking van geld voorde aanschaf van een kerkorgel meer voorkwam, was het voor een dorp als Huisduinen vrij uitzonderlijk dat men reeds in de 17de eeuw overeen kerkorgel beschikte. In verreweg de meeste dorpen in het Noorderkwartier behielp men zich in die tijd met een schoolmeester/voorzanger. Pas in de vorige eeuw en dan vaak nog in de tweede helft, ging men er vrij algemeen toe over zich een instrument aan te schaffen.
Het door Diewer Pieters geschonken orgel is ‘door de landing der Engelschen in 1799… vernield’. Aldus Van Dam den Boumeester. Nadere bijzonderheden geeft hij overigens niet
Dit verhaal komt uit het boekje: Oorkonden in steen. De tekst is geplaatst met de originele opmaak en met de originele foto’s uit het boekje. De boekjes zijn gepubliceerd in de periode van 2001 t/m 2006.