Verhalen
Algemene
begraafplaats

Historisch verhaal

Gedenkteken Hr. MS ‘Willem van Ewijck’

Hare Majesteit Willem van Ewijck was een mijnenveger schip dat tijdens het opruimen van de mijnen zelf op een mijn voer en zonk. Bij de ontploffing werd een sloep met een deel van de bemanning aan boord weggeslingerd. Gelukkig kwam de sloep weer goed op het water terecht en raakte de bemanning niet gewond. Een ander deel van de opvarenden van de mijnenveger werd gered. De 30 mannen die niet gered werden, worden hier herdacht. Hoewel ze geen heldendaden hebben verricht, hebben ze toch hun leven gegeven voor het Nederlandse volk. Maarten Noot vertelt.

Gedenkteken Hr.Ms 'Willem van Ewijck’

Het gebeurde op de 8e september van het mobilisatiejaar 1939. Hr.Ms.’Willem van Ewijck’ was samen met de mijnenvegers ‘Jan van Gelder’, ‘Abraham van der Hulst’, ‘Pieter Floris’ en de mijnenlegger ‘Nautilus’ bezig met het leggen van mijnenvelden rond de zeegaten van de Waddeneilanden. Voor de juiste ligging van zo’n veld moest in verband met de stroom hier en daar een mijn worden opgeruimd. Dit geschiedde met behulp van een mitrailleur. Toen enige manschappen van Hr.Ms.’Willem van Ewijck’ bij de mitrailleur op het achterdek gereed stonden om een der mijnen te vernietigen, dreef het schip door een sterke stroom over een andere mijn. Het schip werd midscheeps getroffen. Met een geweldige explosie brak het in tweeën en binnen enkele minuten verdween het in de diepte. Grote waterzuilen spoten omhoog. Zo staat het letterlijk in het verslag van de journalist van de Helderse Courant Anthony van Kampen. Van de 51 bemanningsleden waren er 25 met het schip in de diepte verdwenen. Een aantal bevond zich niet aan boord, want die zaten bij de explosie in de motorsloep van de mijnenveger. Wel werd de sloep, die in de nabijheid van het schip voer, door de kracht van de ontploffing enige meters de lucht ingeslingerd. 

Maar als door een wonder kwam de sloep ook weer behouden op het water terecht. 

Zonder dat de bemanning gewond raakte. Opvarenden van de mijnenveger, die in het water terecht gekomen waren, werden gered door sloepen, die door de andere schepen waren uitgezet. Van het vliegkamp de Mok op Texel arriveerden acht watervliegtuigen met medische hulp ter plaatse. De geredden werden naar het hospitaal aan de Buitenhaven gebracht. Maar voor dertig marinemensen was er geen redden aan geweest. Voor hen werd er een gedenkteken opgericht op de Algemene Begraafplaats te Huisduinen. Nog eer de oorlog begonnen was, waren zij al omgekomen bij de uitoefening van hun plicht aan het vaderland. Zij hebben geen heldendaden bedreven. Zij hebben alleen maar hun werk gedaan, alleen maar hun plicht voor Nederland in dienst voor de Koninklijke Marine… woorden van troost …? Ach..passen hier eigenlijk wel woorden van troost? Eerder past hier een woord van grote dank en warme waardering van het gehele volk dat zo intens meeleeft met deze slag. Nederland, een zeevarende natie en een natie die weet dat er gevaren dreigen buitengaats en zeker bij de Marine, in tijd van oorlog. Aldus Anthony van 

Kampen en hij wijst op het monument ’Voor hen die vielen’ bij het Havenplein (nu: de Vijfsprong). Hij voegde er tenslotte aan toe: “Nederland heeft dat monument niet vergeten. Het werd opgericht voor diegenen, die bij de uitoefening van hun plicht in de jaren 1914-1818 omkwamen op zee. 


Gedenkteken Hr.Ms. ‘Willem van Ewijck’ 

Welnu, zo min deze mannen vergaten werden, zo min ook zal men hen vergeten die op de 8e september 1939 hun leven moesten offeren. De Marine zal hen niet vergeten en dit volk zal hen in ere gedenken.” 

Ach ja, Anthony van Kampen zal het zeker gemeend hebben toen hij dit schreef. Maar wie het grafmonument zoals het er nu bij ligt ziet, heeft zo zijn twijfels. Wij laten de namen van hen die omkwamen hierbij volgen. 

Aula

Slachtoffers WILLEM VAN EWIJCK 

Burgerlijke stand Den Helder. 
Aangifte van overlijden 12 september 1939. 

Akte 215. 
GERLOF ANEMA, 22 jaar, stuurman, geboren te Opsterland, wonende te Winkel, zoon van Jouke Seerp Anema, imker en Trijntje Wiersma, won.te Winkel 

Akte 216. 
JOHAN EMILE TEN KLOOSTER, 35 jaar, Luitenant ter zee, geboren te Padang, wonende te Vlissingen, echtgenoot van Dillie Loijsen, zoon van Johannes Frederik Engelbert ten klooster, kunstschilder en Emilie Pauline Gerrits, wonende te Veere Aangegeven 16 september 

Akte 221. 
JOHANNES BOSCH, 29 jaar, bediende, geboren te Greven (Duitsl.), wonende te Apeldoorn, echtgenoot van Johanna Kooistra, zoon van Aleida Bosch. 

Akte 222. 
BASTIAAN CORNELIS DE BRUIN, 40 jaar, adjudant-machinist, geboren Goudswaard, echtgenoot van Johanna van der Horn, zoon van Cornelis Bruin en Lauwerina van Rossum. 

Akte 231. 23 september. 
JEREMIAS KRUL, 26 jaar, laboratoriumbediende, geboren te Utrecht, wonende te Meppel, zoon van Johannes Krul en Geertruida Middag wonende te Utrecht 

Akte 238. 3 oktober 
JAN BIMMEL, 37 jaar, matroos, geboren te Domburg, wonende te Vlissingen, echtgenoot van Jacomina Suzanna Johanna de Waard, zoon van Andries Bimmel, bakker en Cornelia Klopmeijer wonende te Domburg. 

Akte 239. 
CORNELIS GROOTJANS, 40 jaar, korporaal-konstabel, geboren te Middelburg, wonende te Oost- en West-Souburg, echtgenoot van Sijgie Pieternella Jellema, zoon van Nicolaas Antonie Grootjans en Wilhelmina de Schutter, wonende te Middelburg. 

Akte 240. 
JUST ARMAND KRUISLAND, 30 jaar, korporaal-machinist, geboren te Paramaribo, wonende te Vlissingen, zoon van Johannes Carolus Kruisland en Aletta Louise Westmaas, beiden overleden. 

Dit verhaal komt uit het boekje: Bijzondere zerken. De tekst is geplaatst met de originele opmaak en met de originele foto’s uit het boekje. De boekjes zijn gepubliceerd in de periode van 2001 t/m 2006.

Uitleg route

Locatie

Bekijk hier de locatie van dit grafteken op de kaart. 

Bekijk ook andere verhalen uit dit thema

Het monument voor A.G.A. Verstegen is het grootste monument in het Springerplantsoen op de begraafplaats. Het kan goed dat wanneer je het ziet, het je gelijk doet denken aan het Helden der Zee monument op
Het marinemonument van de 'Adder' herinnert aan een tragisch hoofdstuk in de Nederlandse maritieme geschiedenis. Op 5 juli 1882, slechts één mijl ten westnoordwesten van de vuurtoren van Scheveningen, zonk de 'Adder', een zwaar gepantserde
In plaats van in de voetsporen van zijn vader en grootvader aan moederskant te treden en buiten- of binnenloods te worden, werd de zeer geliefde Egbert Loesberg geen stuurman maar dokter. Nadat hij, na zijn