Verhalen
Algemene
begraafplaats

Historisch verhaal

Abraham Cohen

De Joodse begraafplaats wordt gesierd door een bijzondere grafsteen met de afbeelding van twee zegenende handen, een teken van het priesterschap. Dit is de steen van Abraham Philip Cohen, een priester van de Kohien, vermoedelijk afstammend van Aäron, de broer van Mozes. Cohen, geboren in Amsterdam op 11 februari 1844, was een gerespecteerde figuur in de Joodse gemeenschap. Abraham Philip Cohen overleed aan het begin van de 20e eeuw, maar zijn naam is een typisch Joodse naam die tijdens en na de tweede wereldoorlog erg opviel. Dit leidde ertoe dat veel mensen met de naam hun naam veranderden. In 2011 schreven Daniël en Mischa Cohen hierover het boek “Mijn naam is Cohen”. Jack Ambriola vertelt.

Stenen met interessante afbeeldingen en symbolen - Abraham Philip Cohen

Zegenende handen 

De enige steen op de Joodse begraafplaats waarop twee zegenende handen zijn afgebeeld is die van Abraham Philip Cohen. Het is het symbool van de Kohien of Cohen, Hebreeuws voor priester. Van priesters wordt aangenomen dat zij de directe mannelijke nakomelingen zijn van Aäron, de broer van Mozes. Aäron, zoon van Amram en

Jochebed, de eerste hogepriester, stamvader van het priesterschap. Hij was dus de eerste Kohien. Met zijn broer Mozes leidde hij het Israëlitische volk uit de slavernij

van Egypte. Tijdens de zegening hield de priester beide handen met gespreide vingers tegen elkaar, zoals op de steen is aangegeven. De priesterzegen, die onder andere op feestdagen wordt uitgesproken luidt:

 

‘Moge de Eeuwige u zegenen en beschermen, moge de Eeuwige het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en genadig zijn, moge de Eeuwige u zijn gelaat toewenden en u vrede geven’.

 

Twee zegenende handen op de steen voor kohien (priester) Abraham Philip Cohen.

‘Hier ligt begraven Rabbi Abraham, zoon van rabbi Jecheztiël Cohen, geboren te Amsterdam op 11 februari 1844, zoon van Philip Abraham Cohen en Gerritje (Guela) Isaac Haringman en echtgenoot van Sara Groen. Hij overleed op donderdag 7 Tammoez (2 juli 1903) en werd begraven op zondag de 10e Tammoez 5663’.

Cohen stierf op 59 jarige leeftijd in het huis aan de Kerkgracht 33. Het toenmalige ziekenhuis. De aangevers van dit overlijden waren Simon van der Meulen, ziekenoppasser, 56 jaar oud en Jan Noot conciërge, 68 jaar oud.

Over de naam Cohen werd in het weekblad Vrij Nederland van 26 november 2011 een artikel geplaatst, naar aanleiding van het boek: “Mijn naam is Cohen”, geschreven door Daniël Cohen en Mischa Cohen.

Het blijkt dat na de Holocaust sommige dragers van de naam Cohen hun naam veranderden om zo aan het verleden te ontkomen. En dus ook aan pijnlijke vragen: welke dierbaren er waren verdwenen? Hoe het kon dat zij zelf waren teruggekeerd? Geen zieke geest kon je voortaan nog op je naam uit het telefoonboek selecteren en bellen met de woorden: ‘Gefeliciteerd! U heeft een enkele reis Auschwitz gewonnen’! Onvoorstelbaar, maar het gebeurde.

 

Dit verhaal komt uit het boekje: De Joodse begraafplaats. De tekst is geplaatst met de originele opmaak en met de originele foto’s uit het boekje. De boekjes zijn gepubliceerd in de periode van 2001 t/m 2006.

Uitleg route

Locatie

Bekijk de locatie van dit grafmonument op de kaart rechts.

Bekijk ook andere verhalen uit dit thema

Het graf van David Grunwald (1787 - 1867) eert een opmerkelijke man die vanuit Rusland naar Den Helder vluchtte. Geboren in 1787 te Nieschwitz (Rusland) vestigde hij zich rond 1825 in Oldenzaal. In 1829 trouwde
Jacob Joseph Coltof, geboren in 1855 in Hoogezand, was een gerespecteerd besnijder en gewaardeerd lid van de Joodse gemeenschap in Den Helder. Naast zijn rol als besnijder was hij voorzitter van de Israëlitische Gemeente en
Op de Joodse begraafplaats in Huisduinen vinden we geen aparte sectie voor kindergraven zoals tegenwoordig gebruikelijk is. In plaats daarvan rusten overleden Joodse kinderen op verschillende plekken op de begraafplaats. Op hun vaak kleine stenen