Verhalen
Algemene
begraafplaats

Historisch verhaal

Jochem Post

Jochem Post (1927-1975), een toegewijde reddingswerker, diende als transporteur op de rijkswerf Willemsoord en trad in 1962 toe tot de reddingmaatschappij. Met 228 reddingsmissies en 30 geredde levens op zijn naam, verloor hij zijn leven op 27 maart 1975 tijdens een tragische reddingspoging bij de Noorderhaaks. Het zeiljacht “Hasco III” van een Duitse eigenaar raakte in nood, en Jochem Post ging met twee anderen in een vlet om hulp te bieden. Helaas kapseisde de vlet in de branding, waarbij Jochem Post en een collega verdronken. Deze gebeurtenis benadrukte de risico’s die reddingswerkers nemen, zelfs voor recreatieve zeilers, en inspireerde het lied “De Razende Bol” van Lennart Nijgh. Maarten Noot vertelt.

Jochem Post (1927-1975)

Jochem Post, van beroep transporteur op de rijkswerf Willemsoord, kwam op 1 september 1962 als 35-jarige in dienst van de reddingmaatschappij. Hij begon als opstapper tegen een salaris van f 192,= per jaar, maar werd al snel (1 januari 1963) motordrijver en tenslotte (1 juni 1974) stuurman van de reddingboot. Bij zijn dood op de Noorderhaaks tijdens een reddingspoging op 27 maart 1975 had hij reeds 228 reddingen, waarbij in totaal 30 mensen werden gered, achter de rug. Over deze tragisch verlopen reddingstocht meldt het blad van de K.N.R.M. ‘De Reddingboot’ (blz. 5000 e.v.): Op woensdag 26 maart 1975 te omstreeks 21.45 uur ontving schipper Bijl van het reddingstation Den Helder bericht, dat er in peiling 301° van kustwacht Kijkduin, ter hoogte van de Noorderhaaks, rode vuurpijlen werden afgeschoten. In het schijnsel van de vuurpijlen leek het in nood verkerende vaartuig een jacht te zijn. Om 22.00 uur voer de ’Suzanna’ de haven uit met de volgvlet ‘Christiaan Huygens’op sleeptouw. Aan boord waren: schipper Jan Bijl, stuurman Jochem Post, motordrijver Cornelis van der Oord en de opstappers Cornelis de Vries, Frank Bot en André van Duivenbooden. Via het Molengat werd koers gezet naar de opgegeven positie, waar de ‘Suzanna’om ongeveer 23.00 uur arriveerde. De bemanning zag nu dat het inderdaad een jacht was dat om hulp vroeg, de ‘Hasco III’ van schippereigenaar O.Steinfartz uit Mühlheim am Ruhr. Bij een noordwestenwind 4-5 en een aanschietende zee waren vijf van de zeven opvarenden zeeziek geworden, waarop Steinfartz had besloten, Den Helder binnen te lopen. Hij had echter geen detailkaart van het Zeegat van Texel aan boord, terwijl ook zijn kennis van de navigatie in twijfel kan worden getrokken.

Het gevolg was dat de ‘Hasco III’ in de branding van de Noorderhaaks verdaagde, op de wrakresten van de in 1965 gezonken ‘Friesenland’ haar romp openscheurde en in ondiep water nabij de plaat strandde. De ondiepte ter plaatse belette de reddingboot, het jacht dichter dan op ca. één mijl te naderen. Na onderling overleg werd besloten dat Post, van der Oord en van Duivenbooden zouden trachten de schipbreukelingen met de vlet van boord te halen.


De ‘Christaan Huygens’ werd nog iets zuidelijker gesleept, waardoor de af te leggen afstand zo klein mogelijk werd en om 23.30 uur werd zij losgegooid. Post stuurde recht op het jacht aan. De achterbleven mannen op de ‘Suzanna’ volgend het lichtje van de vlet totdat het uit zicht verdween. Korte tijd later werd de ‘Christiaan Huygens’ opgeroepen, eerst op kanaal 1 en daarna op kanaal 15, maar men antwoordde niet. Schipper Bijl maakte zich nog niet ongerust; hij veronderstelde dat de drie het te druk zouden hebben. Met de beide zoeklichten van de ‘Suzanna’ werd de zee afgezocht. Men kon de vlet niet ontdekken, maar in het licht van de schijnwerpers zag men iemand met oranjekleurig oliegoed op het jacht staan en de mannen haalden opgelucht adem, in de veronderstelling dat dit een van de drie uit de vlet was. Toen even later echter opnieuw vuurpijlen werden afgeschoten, begon schipper Bijl zich ernstig ongerust te maken. Hij vuurde een parachutefakkel af en tuurde met een kijker over het helverlichte, ogenschijnlijk verlaten zee. Hij zag alleen het jacht en de witgekopte golven van de branding. Ook op herhaalde oproepen over de marifoon kwam geen antwoord. Via kustwacht Kijkduin vroeg hij toen om assistentie van een helikopter. De helikopter steeg om 01.27 uur op van het vliegveld de Kooy om de ‘Suzanna’te helpen zoeken en landde enige minuten later op de Noorderhaaks.

De mecano (vliegtuigmaker) begaf zich naar de inmiddels droog gevallen ‘Hasco III’ en vernam van de bemanning dat zij het goed maakte, maar dat de reddingvlet ‘Christaan Huygens’ was omgeslagen en er twee van de inzittenden werden vermist. De derde, van Duivenbooden, had zich weten te redden en bevond zich bij hen aan boord. Zijn toestand was redelijk. Opstapper van Duivenbooden verklaarde dat de vlet, 10 á 15 minuten nadat zij was losgegooid, door een buitengewoon hoge breker was gaan snijden, dwars in  de branding was komen te liggen en daarna was gekapseisd. Van der Oord en Post waren – zich vastgrijpend aan de kimkielen – op de omgeslagen vlet geklommen. Van Duivenbooden was een eind met de stroom meegesleurd en zag geen kans de vlet te bereiken. Hij zag de afstand steeds groter worden. Nog ongeveer een kwartier konden de drie drenkelingen elkaar toeschreeuwen; toen werd de afstand te groot en het bulderen van de branding te hevig. Het was het laatste contact…

Hulpeloos werd van Duivenbooden door de wilde branding en de felle stroom meegevoerd, drijvend op zijn zwemvest. Het gelukte hem zijn zware laarzen uit te trappen, maar verder kon hij niets doen. Zwemmen was in het onstuimige water onmogelijk. Na ongeveer een uur voelde hij grond onder zijn voeten. Door de zuiging van het zand en van de stroom had hij, uitgeput als hij was, de grootste moeite om uit het water te komen. Bewusteloos viel hij tenslotte op de plaat neer. Toen hij weer bijkwam, zag hij het jacht liggen en strompelde er naar toe. De verbaasde Duitsers ontkleedden hem en wreven hem warm met handdoeken. Op zijn vraag of zij de vlet hadden gezien moesten de Duitsers ontkennend antwoorden. Aangezien de mensen op het jacht niet meer in onmiddellijk gevaar verkeerden steeg de helikopter weer op om eerst de vlet en de beide vermisten te gaan zoeken.

Terwijl de ‘Susanna’ met beide zoeklichten en de radar langs de buitenkant van de branding zocht, vloog de helikopter boven de branding en de strandlijn heen en weer. Om 2.05 uur ontdekte het toestel de vlet in omgeslagen positie, ongeveer tien meter uit de branding van de plaat. De beide vermisten waren echter nergens te bekennen. Aan het vliegkamp de Kooy werd om assistentie gevraagd, omdat de ingezette helikopter zich, in verband met het opkomen van de vloed, moest gaan bezighouden met de redding van de schipbreukelingen. In drie vluchten werden respectievelijk drie, twee en drie personen (onder andere een vrouw) aan de wal gebracht. Om 3.05 uur was de redding volbracht. Weldra ging nu een tweede toestel de lucht in en dit vond om 4.43 uur motordrijver Van der Oord bij de Razende Bol. Een arts constateerde dat hij was overleden. Nu steeg ook een verkenningsvliegtuig op om aan de zoekactie naar de nog vermist stuurman deel te nemen. Eindelijk, om 9.23 uur, werd ook Post gevonden, ter hoogte van Oudeschild, ca.400 meter uit de kust. Zijn lichaam werd aan bord genomen van een helikopter. Zijn horloge was op kwart voor twaalf blijven staan.

Donderdag 27 maart 1975 is een zwarte dag geworden in de geschiedenis van de Reddingsmaatschappij. Zij verloor twee ervaren mannen, redders die in meer dan tien jaar actieve dienst hadden getoond het zware reddingwerk onder alle omstandigheden aan te kunnen. Groter en schrijnender nog is echter de slag voor mevrouw Post en haar twee kinderen en voor mevrouw van der Oord met haar jonge zoontje.

Bijzonder pijnlijk bij dit alles was uiteraard dat waar vroegere redders hun leven op het spel zetten om beroepszeelui, die bij storm en tegentij in levensgevaar gekomen waren, redders van nu hun leven wagen voor onverantwoord handelende plezierzeilers. Naar aanleiding van deze ramp schreef Lennart Nijgh zijn lied De Razende Bol. De tekst is gebaseerd op de uitspraak van het zeegerecht in Emden, dat de schipper van het jacht schuldig bevond aan grove onachtzaamheid, hoogst onverantwoordelijk gedrag en medeschuldig aan de dood van Jochem Post en Cees van der Oord.

“Daar buiten voor Den Helder daar ligt de
Razende Bol, En het was in vijf en zeventig in
maart al van dat jaar, ligt de zee zo droevig met
zoveel wrakken vol,
raakte door onachtzaamheid daar een zeiljacht in gevaar.

De mannen van de
reddingboot staan klaar bij dag
en nacht
ook voor het helpen in de nood van zo’n onnozel jacht
En terstond voer de Suzanne
toen met de Christiaan
Huygens uit
waar de branding raast van de
Noorderhaaks met volle kracht vooruit

En de Christiaan Huygens sloeg
daar om en de branding zoog haar
mee
en twee man van de
reddingboot zijn gebleven in
de zee

En het was niet voor een
visserman Of een vrachtschip
in de nood
Maar voor ’t plezier van een rijke mof
vonden twee man daar de dood

En de landrot speelt graag
schipper en zoekt romantiek
op zee
maar vergeet alsie met zijn leven
speelt de zee speelt ’t spel niet
mee

(melodie: Gezang 308 uit het liedboek voor de kerken).


Dit verhaal komt uit het boekje: Een eerlijk zeemansgraf. De tekst is geplaatst met de originele opmaak en met de originele foto’s uit het boekje. De boekjes zijn gepubliceerd in de periode van 2001 t/m 2006.

Uitleg route

Locatie

Bekijk hier de locatie van dit grafteken op de kaart.

Bekijk ook andere verhalen uit dit thema

Één van de beroemdste mensen op de begraafplaats was de zeeredder Dorus Rijkers (1847-1928). In 1926 was hij de populairste man van Nederland. Absoluut beroemd en de nationale held van zijn tijd en van Den
Janus (Adrianus) IJsbrand Kuiper, geboren in 1856, was een trotse schipper van de reddingvlet met een opmerkelijke achtergrond in een echte Helders familie. Zijn vader, Jan Kuiper, verloor zijn leven als sloeproeier toen Janus nog
Jan van Dok (1876-1961) was drager van de bronzen en zilveren reddingsmedailles van de reddingsmaatschappij, maar zijn bekendheid in Nieuwediep reikte verder door zijn rol als voorzitter van de Vereniging Moed, Volharding en Zelfopoffering. In