Verhalen
Algemene
begraafplaats

Historisch verhaal

Mozes Polak

Het graf van Mozes Philip Polak (1842 – 1924) op de Joodse begraafplaats herdenkt een markante persoonlijkheid die bekendheid vergaarde als directeur-eigenaar van schouwburg Casino in Den Helder. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met muziek, dans, en het artistieke pad dat de familie Polak vanaf de jaren 60 van de 19e eeuw betrad. Polak, tevens een getalenteerd musicus en kapelmeester, speelde een belangrijke rol in het culturele leven van de stad. Hij was dertig jaar lang secretaris van de Israëlitische Gemeente en meer dan veertig jaar secretaris van het Israëlitisch Begrafenisgenootschap. Zijn grafsteen getuigt van een beminnelijk man die Den Helder op 15 Sjewat 5684 verloor, en zijn nalatenschap strekt zich uit over vele facetten van het lokale culturele en religieuze leven. Jack Ambriola vertelt.

Mozes Philip Polak (1842 - 1924)

Een steen om wat langer bij stil te staan is die van Mozes Philip Polak. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met muziek, met dans, maar bovenal met schouwburg Casino aan de Kanaalweg, waarvan hij jarenlang directeur-eigenaar was. ‘Is er wel één inwoner van Den Helder die nimmer in Casino is geweest?’ zo vroeg één van de sprekers tijdens Polaks begrafenis zich af.

Mozes Philip Polak, bekend bij zeer veel Nieuwediepers. Hij woonde recht tegenover zijn geliefde Casino aan de Loodsgracht.

Steek in gedachten de Molenbrug (‘Mosterdbrug’) vanaf de Loodsgracht over, richting Kanaalweg en u loopt regelrecht de kassa van Casino binnen.

De naam Polak is verbonden aan één van de bekendste en oudste Joodse families in het vooroorlogse Den Helder. Van oudsher neringdoenden, maar vanaf de jaren zestig van de negentiende eeuw begeven ze zich meer op het artistieke pad.

De steen voor Mozes Philip Polak, wiens naam onlosmakelijk verbonden is met het vermaarde Casino aan de vooroorlogse Kanaalweg.


De steen voor Polaks echtgenote Clara Schrijver, overleden 6 juni 1932.

Mozes Philip Polak werd geboren op 8 december 1842, als zoon van Philip Hartog Polak (Den Helder 17 februari 1820 – 19 januari 1876) en Mietje de Jong (Texel 1821 – Den Helder 22 mei 1890). Hij overleed op 21 januari

1924, 81 jaar oud in het ziekenhuis aan de Kerkgracht, echtgenoot van Clara Schrijver, overleden te Den Helder op 6 juni 1932, 83 jaar oud. Zijn loopbaan ving in 1880 aan met het geven van danslessen. Al snel keek hij uit naar een eigen lokaliteit. Door aankoop werd hij eigenaar van een winkelhuis op de plaats van het latere Casino. Aanvankelijk werd dit pand verbouwd tot café (met strijkje). Op 5 juli 1884 vond de opening plaats. In de Heldersche en Nieuwedieper Courant aldus aangekondigd:

‘Café M.P. Polak Kanaalweg. Op heden Zaterdagavond Gedurende de kermis Soiree Musicale’.

Een groepsfoto met meisjes van dansschool Polak, circa 1917.

Enige jaren later werd op het achterliggende erf een houten zaaltje gebouwd dat echter in 1890 geheel door brand werd verwoest. Het werd vervangen door een stenen gebouw. In de loop der jaren volgden nog enige verbouwingen en tenslotte stond aan de Kanaalweg Casino, één der ‘fraaiste provinciale schouwburgen’, zo meldt de Helderse Courant bij het overlijden van Polak in 1924.

Cees Schellinger weet in ‘O, die ouwe Helder’ als geen ander de sfeer in het toenmalige Casino te treffen:

‘Als we door een of andere hindernis wat laat in Casino aankomen, is daar het feest al in volle gang en in het buffet hebben de heer Meier Polak (zoon van de directeur) en mevrouw de Wijn, geassisteerd door de altijd onmisbare heer Kokelaar het al behoorlijk druk. In de zaal draven Niesthoven en Rinus van Weelde op topsnelheid rond en het Casino-orkest, waarin de oude heer Bohlen aan zijn contrabas donkere hartstochtelijke kreten ontlokt, speelt volop dansmuziek’.

De Molenbrug met het eerste Casinogebouw(tje) .

Casino is inmiddels verbouwd. Zo heeft het theater er uitgezien tot het in de oorlog op last van de bezetter in 1944 met de rest van de huizen aan de Kanaalweg werd afgebroken.

Enige jaren later werd op het achterliggende erf een houten zaaltje gebouwd dat echter in 1890 geheel door brand werd verwoest. Het werd vervangen door een stenen gebouw. In de loop der jaren volgden nog enige verbouwingen en tenslotte stond aan de Kanaalweg Casino, één der ‘fraaiste provinciale schouwburgen’, zo meldt de Helderse Courant bij het overlijden van Polak in 1924.

Cees Schellinger weet in ‘O, die ouwe Helder’ als geen ander de sfeer in het toenmalige Casino te treffen:

‘Als we door een of andere hindernis wat laat in Casino aankomen, is daar het feest al in volle gang en in het buffet hebben de heer Meier Polak (zoon van de directeur) en mevrouw de Wijn, geassisteerd door de altijd onmisbare heer Kokelaar het al behoorlijk druk. In de zaal draven Niesthoven en Rinus van Weelde op topsnelheid rond en het Casino-orkest, waarin de oude heer Bohlen aan zijn contrabas donkere hartstochtelijke kreten ontlokt, speelt volop dansmuziek’.

Behalve schouwburgdirecteur was Polak ook musicus. Vijftien jaar lang was hij kapelmeester van het muziekkorps van de toenmalige Artillerie-schutterij en leidde hij menig concert. Tijdens de opening van het Suezkanaal in 1869 maakte hij aan boord van een Nederlands oorlogsschip de reis mee. Bij een bezoek van koningin Wilhelmina en koningin-regentes Emma aan Den Helder in 1894, leidde hij een kinderkoor van 1000 (!) kinderen. Al eerder, in 1875, schreef Polak ‘Jubelklanken’ voor de verjaardag van koningin Sophia, de eerste echtgenote van koning Willem III. Op het titelblad van het muziekstuk lezen we:

‘Aan Hare Majesteit de Koningin 17 junij

JUBEL-KLANKEN

ter Hoogderzelver heugelijken Verjaardag gecomponeerd en allereerbiedigst aangeboden door

M.P. POLAK

Kapelmeester van het Muzijkkorps der dienstd. Artillerie Schutterrij te Helder’.

 


Het Casino-orkest met onder anderen de heer Bohlen aan de contrabas.

Mozes Philip Polak schreef voor de verjaardag van koningin Sophia, de eerste echtgenote van koning Willem III, in 1875 deze ‘Jubelklanken’. Het titelblad werd vervaardigd door de vader van Mozes Philip, Philip Hartog Polak. (Koninklijk Verzameling, Den Haag)

 

Dit titelblad werd vervaardigd door Philip Hartog Polak (1820 – 1876), de vader van de componist, die niet alleen als musicus, maar ook als verdienstelijk kalligraaf in Den Helder bekendheid genoot. Ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van Casino werd Mozes Polak op grootse wijze gehuldigd. Een enkele zin uit het verslag van die huldiging:

‘Artiestenvriend als hij is, heeft hij geen gelegenheid voorbij laten gaan om in het belang van de artiestenstand te werken’.

Toen mevrouw Esther de Boer-van Rijk, de bekende vertolkster van ‘Kniertje’ in het

toneelstuk ‘Op Hoop van Zegen’ van Herman Heijermans, na een optreden in Casino, werd gehuldigd hield Polak een geestige toespraak. Een toespraak die mevrouw De Boer aanleiding gaf hem een hartelijke zoen te geven ten aanschouwen van de enthousiaste zaal. Toen ze enige jaren later weer in Casino optrad was Polak door ziekte verhinderd. Hij stuurde haar vanaf zijn ziekbed een boodschap dat hij die avond geen zoen kon komen halen.

Enkele uren later was hij overleden.

Esther de Boer van Rijk (1853-1937), beroemd geworden door haar rol van Kniertje uit ‘Op Hoop van Zegen’ van Herman Heijermans. (Litho van Albert Hahn sr., 1916)

Ook binnen de Israëlitische Gemeente was Polak van onschatbare waarde. Hij was er dertig jaar lang secretaris van en meer dan veertig jaar secretaris van het Israëlitisch Begrafenisgenootschap. Tijdens de begrafenis op 23 januari 1924 werd er door diverse sprekers stilgestaan bij zijn vele verdiensten voor de Helderse Israëlieten: ‘Door uw tactvol optreden wist gij steeds de harmonie te bewaren. Gij hebt de gemeente bijeen gehouden en vrede gesticht als er verschil van mening was’. Aldus de heer Vrieslander, voorzitter van de Israëlitische Gemeente. J. Niesthoven, het oudste personeelslid herdacht ‘met ontroerde stem zijn oude patroon. Niemand kan beseffen wat wij in hem verliezen’.

Den Helder verloor met het overlijden van Moshe Polak een markant, maar bovenal een beminnelijk mens.

Op zijn grafsteen lezen we:
‘Moshe steeg op tot zijn God.
Hier ligt begraven
een goed oprecht man, de geëerde Moshe, zoon van
Uhri Polak, zijn moeders naam was Meta. Vele jaren was hij secretaris van de Joodse Gemeente Den Helder
en van de Vereniging ter beoefening van weldadigheid.
Hij overleed in goede naam op maandag 15 Sjewat en werd begraven
op woensdag 17 Sjewat 5684.
Moge zijn ziel gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven.
Ter nagedachtenis
aan onzen oud-directeur, het Casino personeel’.

Dit verhaal komt uit het boekje: De Joodse begraafplaats. De tekst is geplaatst met de originele opmaak en met de originele foto’s uit het boekje. De boekjes zijn gepubliceerd in de periode van 2001 t/m 2006.

Uitleg route

Locatie

Bekijk hier de locatie van dit grafteken. 

Bekijk ook andere verhalen uit dit thema

Het graf van David Grunwald (1787 - 1867) eert een opmerkelijke man die vanuit Rusland naar Den Helder vluchtte. Geboren in 1787 te Nieschwitz (Rusland) vestigde hij zich rond 1825 in Oldenzaal. In 1829 trouwde
De Joodse begraafplaats wordt gesierd door een bijzondere grafsteen met de afbeelding van twee zegenende handen, een teken van het priesterschap. Dit is de steen van Abraham Philip Cohen, een priester van de Kohien, vermoedelijk
Wanneer je langs de bijzondere graven op de Joodse begraafplaats wandelt, stuit je op het metaheerhuis, ook bekend als 'Beth Tohora'. Dit huis dient voor het ritueel reinigen van de doden, bekend als de tahara,