Verhalen
Algemene
begraafplaats

Marytie Muller

Marytie Muller

Hoewel er veel echtgenotes van bekende achtiende eeuwse mensen op de begraafplaats liggen, speelden deze vrouwen in het openbare leven nauwelijks een rol. Dit was anders voor Marytie Muller. Als echtgenote van Jan Harge, een invloedrijke persoon in de lokale politiek en waterstaat, speelde ze een actieve rol in het publieke leven. Toen haar man onrechtmatig gevangen werd gehouden, durfde Marytie naar voren te treden en richtte ze zich in februari 1742 tot de Staten van Holland om zijn zaak aan te kaarten. Haar moed leidde ertoe dat Jan Harge uiteindelijk werd vrijgesproken en zijn onschuld werd erkend. Na haar overlijden in 1762 werd ze begraven op de begraafplaats van Huisduinen, waar haar grafsteen nog altijd herinnert aan haar moed en vastberadenheid.

Jochem Post

Jochem Post (1927-1975), een toegewijde reddingswerker, diende als transporteur op de rijkswerf Willemsoord en trad in 1962 toe tot de reddingmaatschappij. Met 228 reddingsmissies en 30 geredde levens op zijn naam, verloor hij zijn leven op 27 maart 1975 tijdens een tragische reddingspoging bij de Noorderhaaks. Het zeiljacht “Hasco III” van een Duitse eigenaar raakte in nood, en Jochem Post ging met twee anderen in een vlet om hulp te bieden. Helaas kapseisde de vlet in de branding, waarbij Jochem Post en een collega verdronken. Deze gebeurtenis benadrukte de risico’s die reddingswerkers nemen, zelfs voor recreatieve zeilers, en inspireerde het lied “De Razende Bol” van Lennart Nijgh. Maarten Noot vertelt.

Jan van Dok

jan van dok begraafplaats den helder

Jan van Dok (1876-1961) was drager van de bronzen en zilveren reddingsmedailles van de reddingsmaatschappij, maar zijn bekendheid in Nieuwediep reikte verder door zijn rol als voorzitter van de Vereniging Moed, Volharding en Zelfopoffering. In deze rol gaf hij leiding aan een vereniging van oud-redders, waarbij de begrafenissen van leden een ceremonieel tintje kregen met korpseer. Jan van Dok, ook bekend als “De Heer van Dok,” was van 1923 tot 1954 voorzitter en genoot aanzien in Den Helder. Zijn rustige en waardige dienstbaarheid aan de belangen van de oud-redders en zijn rol als bemiddelaar tussen het Gemeentebestuur en de redders lieten een onuitwisbare indruk achter op de gemeenschap. Maarten Noot vertelt.

Coen Bot

Coen Bot, een zeeman geboren in 1882, navigeerde door de onstuimige wateren van de Noordzee als lid van de reddingsmaatschappij. Met zijn indrukwekkende staat van verdiensten, waarin 134 reddingstochten tussen 1900 en 1946 prijken en hij 654 levens redde, toonde Coen Bot een ongekende toewijding aan het reddingswerk. Zijn leven was gewijd aan het redden van levens, van de dagen als roeier tot zijn benoeming als schipper van de motorreddingboot “Dorus Rijkers”. In de uitdagende periode van de Tweede Wereldoorlog bleef Coen Bot onwankelbaar in zijn missie, waarmee hij niet alleen zijn naam maar ook zijn nalatenschap als een ware reddingslegende markeerde. Maarten Noot vertelt.

De familie Bakker

Tabbie, de Gorrel, en de Gul, onder deze bijnamen waren de drie broers, Jacob (1852-1933), Willem (1855-1941), en Cornelis (1851-1933) Bakker, bekend in heel Oud Den Helder. Ze behoorden tot de ploeg van Dorus Rijkers en Janus Kuiper en deelden hun leven met de zee. Zo namen ze deel aan talrijke legendarische reddingsacties. Jacob, ook wel ‘Tabbie’ genoemd, verdiende zijn bijnaam tijdens een heldhaftige redding waarbij hij niet alleen mensen, maar ook een scheepshond redde. De oorsprong van de bijnamen van de andere broers blijven een mysterie. Ongeacht waar ze hun naam aan te danken hebben, hadden alle drie de broers Bakker in elk geval mooie reddersverhalen te vertellen. In de straatnamen in de Visbuurt vind je nog tal van verwijzingen naar de drie. Maarten Noot vertelt.

Cornelis Dito

Cornelis Dito

We nemen je mee naar zijn grafsteen: Cornelis Dito, de held die in stormgevaar met een touw om zijn middel de zee in zwom om een schip in nood voor de kust in veiligheid te brengen. Zijn reddingswerk bleef zeker niet onopgemerkt. Op 12 januari 1852 voerde Cornelis Dito een heldendaad uit door zwemmend een lijn over te brengen naar het gestrande schip Gezina Jantina. Als blijk van “goedkeuring en tevredenheid” gaf koning Willem III hem in daarop een gouden medaille en beloning van 100 gulden. Zijn overlijden in 1886, na een periode van ‘langdurig doch geduldig lijden’, werd geëerd met een monumentje op zijn graf. En natuurlijk is in Den Helder de Cornelis Ditostraat naar hem vernoemd. Maarten Noot vertelt.

Cornelis Gielis

Cornelis Gielis

Welkom bij het graf van Cornelis Corneliszoon Gielis (1670-1722), een dappere commandeur in de Nederlandse walvisvaart. Begraven in 1722, is zijn graf en herinnering aan de moed en avonturen van de walvisvaarders die Spitsbergen trotseerden. Commandeur Gielis, bekend om zijn kaarttekenvaardigheden, ontdekte in 1707 “Gillesland” op 80° N.B. en 13°30′ O.L., nu Kvitoya genoemd. Zijn kaarten, die zelfs nog in 1827 gebruikt werden, hielpen walvisvaarders in gevaarlijke wateren. Grafvondsten uit die tijd laten zien wat voor ontberingen deze pioniers moesten doorstaan. Bekijk de grafsteen van Gielis en laat zijn verhaal je meenemen naar een tijd van ontdekking en doorzettingsvermogen. Jack Ambriola vertelt.

Piet Zeeman

Piet Zeeman

Piet Zeeman, een voormalig gezagvoerder, wordt herinnerd als een prominente figuur in de maritieme geschiedenis van Den Helder. Hij was kapitein van het gigantische schip de Willem Barentsz, dat lange tijd werd gebruikt voor de walvisvaart. Maar Pieter Zeeman was niet alleen bekend gezagvoerder en walvisvanger; hij leidde in de jaren 60 namelijk ook de klas van zijn zoon rond op zijn grote schip. Leuk feitje, toch? Al met al wordt Piet Zeeman herinnerd als een frequente verschijning in de omgeving van Huisduinen, waar hij vaak terugkwam van het strand met een gevonden plank op zijn fiets, een ware strandjutter. Zijn bijdrage aan de zeevaart en vooral de walvisvaart werd erkend, en hij wordt beschouwd als een commandeur, een titel die hij zeker verdiende voor zijn verdiensten op zee. Jack Ambriola vertelt.

Anthony van Hanxleden

Anthony van Hanxleden

Ontdek het verhaal van Anthony van Hanxleden (1746-1818), een intrigerende walvisvaarder, kerkbestuurder en havenmeester, rustend op de oude Huisduiner begraafplaats. In 1777, een rampjaar voor de walvisvaart, voer hij voor het eerst uit als commandeur van de ‘Wilhelmus Jozephus’. Hij bleef commandeur tot 1794. Daarnaast was hij toegewijd katholiek, wat ook blijkt uit zijn rol in de oprichting van een kerk in den Helder in 1785 en zijn latere deelname aan het kerkbestuur. Als havenmeester redde hij in 1795 onbewust een landschip uit het ijs, wat politieke consequenties had. Ondanks tijdelijke uitsluiting uit verkiezingen, keerde hij terug als havenmeester en gemeentebestuurslid. Het graf van Van Hanxleden, met een driemaster en de inscriptie IHS, belichaamt zijn veelzijdige leven en diepgewortelde geloof. Jack Ambriola vertelt.

Jan Castricum

Jan Castricum

Jan Klaaszoon Castricum (1713-1775) was een beroemd commandeur in de Nederlandse walvisvaart. De carrière van Jan Klaasz. in de walvisvaart bracht niet alleen fortuin, maar ook landbezit in de naburige Zijpe (polder Pen PY) in 1766. Als doopsgezinde commandeur, bekend als Kasterkom of Kasterkum, bekleedde hij samen met andere mannen uit Huisduinen een prominente positie op de arctische schepen. Zijn laatste reis was in 1775, een moeilijk walvisjaar, en eindigde met slechts tien vaten spek aan boord. Kort na deze reis overleed hij. De grafsteen, met een gevleugelde zandloper boven een doodshoofd en gekruiste doodsbeenderen, getuigt mogelijk van een onverwacht overlijden na deze reis. Denk je nu aldoor: ‘deze naam komt mij bekend voor, is er niet een straat naar hem vernoemd?’ Nou dat is niet het geval, maar de Klaas Castricumstraat is wel vernoemd naar de zoon van Jan, die overigens naast hem begraven ligt. Jack Ambriola vertelt.